Bijdrage Haarlems Dieren­wel­zijnsplan - Besluit


28 november 2024

Voorzitter, voor de Partij voor de Dieren is dit agendapunt één van de belangrijkste van deze periode.

Uit elk onderzoek blijkt keer op keer dat dieren gelaagder zijn dat we veronderstelden. Meer met elkaar communiceren, meer emoties en gevoelens kennen dan we eerst dachten. Dieren hebben een eigen oftewel intrinsieke waarde, de Wet Dieren zegt het al. Op deze manier kijken wij bij de Partij voor de Dieren dan ook naar dit Beleidsplan, met een wetenschappelijke blik en met respect voor de intrinsieke waarde van ieder dier, ook van die dieren die de meeste mensen minder aaibaar vinden. En dat is precies ook de kern van onze kritiek op het mensgerichte van dit beleidsplan: we doen goede dingen voor de dieren die we aardig vinden, maar de dieren die minder geliefd zijn worden gedood, aan de haak geslagen of hun eieren ontnomen. Voorzitter, wij vragen onze mederaadsleden van Haarlem, om het ene dier niet onder te laten doen voor het andere. Net zoals we mensen gelijk moeten behandelen zou dit ook voor dieren moeten gelden. Aaibaarheid, nut of last mag geen selectiecriterium zijn om een dier wel of niet dierwaardig te behandelen.

Voorzitter, u kent de Partij voor de Dieren als een constructieve partij die graag meedenkt en met voorstellen komt. Ook vandaag komen wij met voorstellen. De wethouder vroeg er al om in de commissie. Wij zouden trouwens wel 50 voorstellen kunnen doen, maar hebben het bij 9 gelaten.

Dat mensgerichte denken zie je bij uitstek terug wanneer het gaat over hengelen.

Diervriendelijk vissen bestaat niet en dat er in dit Beleidsplan geschreven staat dat kinderen hengelles krijgen en meedoen aan hengelactiviteiten -met andere woorden: gestimuleerd worden om dieren stress en pijn aan te doen- is van de zotte.

We dienen daarom een amendement in om deze hengelpropaganda eruit te halen. Amendement 15.02 ‘Hengelles niet meer van deze tijd’ verzoekt de raad om de tekst op pagina 17: ‘De hengelsportvereniging doet aan bewustwording en educatie is een belangrijk doel. Basisscholen worden regelmatig bezocht om gastlessen te geven over het natuurlijk waterleven en de waterkwaliteit. Het sportvissen komt daarbij zijdelings aan de orde. Over het leren vissen worden buitenactiviteiten voor de jeugd georganiseerd.’ te verwijderen.

Over amendement 15.04 ‘weg met die kreeft’ : misschien kan de wethouder toezeggen deze dieronvriendelijke foto te vervangen door een diervriendelijke foto? Dan hoeven we dit amendement niet in stemming te brengen.

Verder dienen we in het kader van vissenwelzijn motie 15.04 in: ‘visrecht niet stilzwijgend verlengen’, waarbij wij het college vragen ‘Het visrechthuurcontract niet stilzwijgend te verlengen, maar de commissie Beheer vóór 1 maart 2026 in de gelegenheid te stellen in gesprek te gaan over een eventuele verlenging en de eventuele voorwaarden daarbij.’

En de motie 15.03 ‘weer de weerhaak’ waarbij we het college vragen - in overleg met de hengelsportvereniging te treden met als doel het gebruik van weerhaken te beëindigen; - de hengelsportvereniging te verzoeken haar leden proactief te informeren over het niet langer gebruiken van weerhaken middels alle communicatiekanalen die zij tot haar beschikking heeft;

Overigens gaan we ervanuit dat de vergunningenplicht voor evenementen met dieren ook voor hengelevenementen geldt.

Een ander onderdeel van dit beleidsplan waar we moeite mee hebben, is het kopje ‘Plaagdieren’. De term plaagdieren suggereert dat een diersoort op zichzélf overlastgevend is, terwijl -of een diersoort overlast veroorzaakt helemaal afhangt van de locatie en de hoeveelheid dieren. Een muis in een open veld is geen probleem -juist goed voor de biodiversiteit- een familie muizen in je keukenkastje is voor de meeste mensen wél problematisch. Laten we daarom niet spreken van plaagdieren maar van dieren waarvan mensen overlast kunnen ervaren. Amendement 15.03 ‘Plaagdieren bestaan niet’ stelt de raad voor om waar in de tekst gesproken wordt over ‘plaagdieren’, dit te vervangen door ‘dieren waar mensen overlast van kunnen ervaren’, het woord ‘plaagdierbestrijding’ in ‘bestrijding van overlast door dieren’ en het woord ‘plaagdierbestrijder’ in ‘bestrijder van overlast door dieren’.

En in het verlengde hiervan dienen we motie 15.06 in, ‘voorkomen is beter dan doden’. Bij de Begrotingsbehandeling merkten we al dat er brede steun is om meer aandacht te geven aan preventie van overlast door dieren, zodat we kunnen stoppen met het gebruik van dodelijke vallen, het ecosysteem kunnen versterken en mensen extra helpen met het tegengaan van overlast.

Deze motie vraagt het college om: ‘een preventieplan op te stellen voor dieren die overlast kunnen veroorzaken conform het bouwstenenplan van het Ministerie van I&W en de financiële consequenties te verwerken in de Kadernota 2026.’ Extra inzet en middelen dus, dat is waar we om vragen, om niet tot in het oneindige voor een half miljoen per jaar die rattenvallen te blijven huren en over te gaan op een dierwaardiger werkwijze.

Voorzitter, hiernaast hebben we nog een aantal dierenwelzijnsbevorderende voorstellen:

Motie 15.01 ‘haal het maximale uit de Signalenkaart’ vraagt het college om sociale hulpverleners en hondenbelastingcontroleurs te voorzien van de Signalenkaart van de stichting Mendoo. Dat is een uitgebreide kaart om professionals die aan of achter de deur komen, te helpen met het signaleren van dierverwaarlozing en dierenmishandeling, die ook een rode vlag zijn voor huiselijk geweld tegen mensen. Wellicht kan dit mee worden genomen in de Regioaanpak huiselijk geweld.

Motie 15.02 ‘de kat versus de vogel’ gaat iets verder dan het Uitvoeringsplan voorstelt. Namelijk om te communiceren dat beste manier is om het doden van vogels door katten tegengaan is, katten niet onbegeleid buiten los laten lopen. Deze motie vraagt het college: ‘eigenaren van katten te adviseren hun kat binnenshuis en/of in een afgesloten buitenruimte en/of aangelijnd te houden en wanneer een kat desondanks toch onbegeleid naar buiten wordt gelaten, te adviseren om de kat te voorzien van een kattenkraag en/of belletje en eigenaren aan te sporen om hun kat in ieder geval in het broedseizoen en ’s nachts binnen te houden.’

Voorzitter,

Wij zijn blij dat we het Uitvoeringsplan over 2 jaar gaan evalueren en evolueren en zouden hierbij graag het afwegingskader betrekken. Omdat we op die manier kunnen toetsen of we de belangen van dieren wel voldoende meenemen;

motie 15.05 ‘afwegingskader’ vraagt het college: een afwegingskader ten aanzien van dierenwelzijn te ontwikkelen vergelijkbaar met het kader van gemeente Amersfoort, om te gebruiken bij alle beslissingen (in alle beleidsterreinen) waar dieren in de knel komen door menselijke activiteiten, hierbij te toetsen aan de relevante landelijke wetgeving;’

en dit afwegingskader bij de evaluatie van het Uitvoeringsplan Haarlems Dierenwelzijn 2024-2026 aan de commissie Beheer voor te leggen;

Tot zover onze eerste termijn voorzitter.