Bijdrage Soortmanagementplan
We zien dat er een hoop in gang is gezet, maar we hebben nog wel zorg over de toekomst van gebouwbewonende dieren, zorg of er voldoende geborgd zal zijn dat er echt geen vleermuizen levend verbranden in de spouw.
Heeft degene die het uitvoert, altijd de ervaring en kennis in huis? Als je vinger in een gaatje past, past de dwergvleermuis er ook door. Grote kans dat met het plaatsen van ‘exclusion flaps’ door een minder ervaren iemand, gaatjes over het hoofd worden gezien. Even tussendoor: de wethouder hoeft deze vragen niet stuk voor stuk te beantwoorden.
Worden de vleermuiskasten op de juiste manier opgehangen of ingebouwd? Wordt er gecontroleerd of die kasten in gebruik zijn, alvorens de werkzaamheden worden uitgevoerd? Zijn er genoeg ervaren mensen beschikbaar? Zijn de resultaten van die onderzoeken goed vast te leggen en zijn ze controleerbaar? Zijn de methoden die we gebruiken om de aanwezigheid van vleermuizen uit te sluiten, betrouwbaar genoeg en juridisch houdbaar? Het te ontwikkelen soortenmanagementplan moet natuurlijk voldoen aan de wet en daar zitten nogal wat haken en ogen aan.
We hebben een paar suggesties, voorzitter:
Ten eerste: de gemeente maakt natuurinclusief bouwen onderdeel van het integrale communicatieplan, dat is mooi. Mensen enthousiasmeren en wijzen op hun verantwoordelijkheid, via de socials, website, vergunningverlening? We kunnen ook meer informatie geven via open data. De gemeente Amsterdam heeft bijvoorbeeld een vogelatlas, waarbij op huisnummerniveau te vinden is of er nestplekken van beschermde vogels zoals gierzwaluw en huismus zijn aangetroffen. En: misschien een cursus vleermuiskasten bouwen voor vrijwilligers, bij het NME? Of vleermuiskasten die gemaakt worden met onze reintegratiepartners?
Ten tweede: het toezicht op de wettelijke verplichtingen ligt bij Provincie en omgevingsdienst, maar de gemeente kan wel helpen met signaleren.
Zou de stadsecoloog hierover contact met de omgevingsdienst kunnen hebben en heeft de stadsecoloog contact met de afdeling vergunningverlening?
Kunnen de BOA’s een signalerende functie hebben?
Ten derde: inbouwen van geschikte vleermuiskasten en nestkasten zal standaard moeten worden bij álle bouwprojecten.
De woningbouwcoöperaties maar ook de gemeente zelf kunnen grote vleermuisverblijven laten inbouwen, bijvoorbeeld van een meter bij een meter. Kostentechnisch zijn die massawinterverblijven voor particulieren meestal niet haalbaar. Daarnaast is het natuurlijk belangrijk dat we zorgen dat die vleermuizen en vogels genoeg te eten hebben, door te zorgen voor ecologische verbindingen zodat de insectenstand toeneemt. Ook dat wordt neem ik aan betrokken bij het soortenmanagementplan?
Ik ben benieuwd naar andere suggesties vanuit de commissie en het college.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage Definitief Ontwerp Europaweg
Lees verderBijdrage Plan Stedelijk Water
Lees verder